Het einde is nooit het einde

Ik weet exact waar deze wandeltocht begon: in Nogaro, een onbeduidende plaats in Frankrijk. Afgelopen augustus was ik hier gestopt omdat het te warm was om te lopen. Logischerwijs zou ik er dus nu verder gaan.

Waar zou ik eindigen? Ik hoopte niet voor Santiago. Toen ik daar aankwam was ik blij, maar niet euforisch. Ik was er nog niet. Ik wilde door naar de kust, daar waar je niet meer verder naar het westen kan.

De camino is gemarkeerd met de jakobsschelp. Je moet de uitwaaierende lijnen beschouwen als de richting waar de route heen gaat. Dat kost mij moeite, want alle wegen leiden toch naar Santiago? Als je kaarten de pelgrimroutes bekijkt, komen ze allen in die ene stad bijeen, omdat daar het graf van apostel Jakobus is. Zeggen ze. En sowieso heeft het andersom meer weg van een pijl.

fotohan2.JPG


Drie dagen na Santiago kon ik kiezen: linksaf naar Finisterre of rechtsaf naar Muxía. Tot de dag van vandaag weet ik niet precies waarom Muxía aan de camino verbonden is, maar ik ging toch rechtsaf. Want dat verlengde mijn tocht nog met een dag en ik wou nog niet stoppen. In Muxía was wel al een tweede eindpunt, namelijk de oceaan. Het was bijzonder om met mijn schoenen op het strand te staan en het zoute water te proeven. Ik was echt totaan de kust gelopen.

Ook daar was het niet klaar. Ik ging nog één dag verder, de laatste 30 kilometer naar Finisterre. Het einde van de wereld. Vanaf het begin heb ik vermoed dat dat het einde van mijn camino zou worden. Die dag was misschien wel de mooiste van allemaal. Ik zeg misschien, want ik weet het niet zeker, na 45 dagen lopen kan je ze moeilijk nog van elkaar onderscheiden. Deze laatste ligt het meest vers in mijn geheugen en was in ieder geval prachtig. Ik kwam bijna niemand tegen en eindigde daardoor zoals ik begon: alleen. Daar was ik blij om. Want ondanks alle leuke mensen die ik tegen kwam, was het mij begonnen om mijzelf en mijn benen en het wandelen.

fotohan3.JPG

Mijn lichaam en ik genoten zo, terwijl we samen langs de kust liepen. Mijn favoriete gele bloemen leken wel extra geel en het pad ging op en neer en toen was ik in de middag opeens in Finisterre aangekomen.

Was de aankomst in deze stad het einde? Nee, dit was gewoon een havenstad. Waar ik een slaapplek moest zoeken. Dat is nooit een bijster interessant of emotioneel moment. Die avond liep ik de drie kilometer naar het einde van de landtong, om de zonsondergang te bekijken. Voor het eerst op de camino zonder rugzak. Ik nam wel mijn wandelstok mee, omdat het verhaal gaat dat veel mensen hun stok van de rotsen af gooien, als markering van het einde. Ik had nog niet besloten of ik dit zal doen. Bij de vuurtoren stond tot mijn verrassing de markeringspaal die ik al ontelbaar keer gezien had, deze keer met de aanduiding '0,00 km'.

Gelukkig was het vrijwel helder. De zon zakte in de zee. Ik vond het mooi maar voelde niet zo veel, waarschijnlijk omdat mensen zo vaak vroegen hoe ik me voelde. En daarna liep ik weer de drie kilometer terug. Liep, inderdaad. Hoe kan iets het einde zijn als je daarna verder gaat? Mijn stok begeleidde me.

De volgende dag nam ik de bus terug naar Santiago. Dat was nogal een stap, figuurlijk dan, om me voort te laten bewegen. Ik werd acuut misselijk door de vele bochten in de weg. Santiago was weer een weerzien met mensen die ik eerder had ontmoet. Leuke mensen, lieve mensen, mensen die maakten dat mijn camino óók over ontmoetingen ging.
Zondag, een week na mijn eerste aankomst, ging ik naar de pelgrimsmis. De kathedraal zit dan altijd bomvol stinkende pelgrims en hun rugzakken, omdat aan het einde van de mis een wierrookvat van 100 kg over hun hoofden wordt geslingerd. Een spectaculair moment.

Aan het begin van de dienst werden de pelgrims in zeker zes talen welkom geheten. Daarna werd opgesomd wie er die dag waren gearriveerd: zoveel mensen uit dit land, gestart in die plaats. Zoveel mensen uit dat land, gestart in die plaats. Een week eerder zal het dus hebben geklonken: één pelgrim uit Nederland, gestart in Nogaro. Ik luisterde aandachtig en voelde me opeens onderdeel van een veel groter geheel en omringd door deze onbekende gelijken sprongen ineens de tranen in mijn ogen.
Het maakt niet uit wat ik rationeel als eindpunt koos. Het ging om de tocht zelf, om elke dag die er was. En ik zal blijven lopen. Ik kon het al en ik zal het elke dag doen zo lang als het gaat.

20 mei 2013 | 15:18 | categorie: camino | Reageer (2)